David Kozak Quintet
dinsdag 7 november 2017
Zowat een jaar geleden tijdens een gelegenheidsconcert van David Kozak, zaten er amper 7 mensen in de Gato, waaronder een beschonken troela die na elk nummer om ‘Petite Fleur’ kraaide. Zijn Quintet speelde ondanks de ondankbare omstandigheden toch een gedreven, beestig swingende set. Vooral de twee saxofonisten die hitsig met elkaar in duel gingen, zorgden voor muzikaal spervuur.
“Wij willen jullie kost wat kost hier terug op ons podium”, verzekerden we de aimabele Fransen.
En zie, zoveel later stond het David Kozak Quintet in een gewijzigde versie hier te spelen voor een talrijk, respectvol Black Cat publiek.
De ritmesectie klonk nog altijd even funky en strak swingend, met een erg subtiel drummende Julien Augier en een oerdegelijke, strak spelende Vincent Bailly Comte op contrabas. Maar de band had duidelijk voor een andere artistieke richting gekozen en het muzikaal zwaartepunt was nu op de vocals komen te liggen. De charmante zangeres Sandrine bracht professioneel maar weinig geïnspireerd eigen songs en standards. Wanneer Kozak de vleugel verliet om op synthesizer zweverige akkoorden overheen de composities te strooien, ging het geheel wel erg klef en poppy klinken. Pas wanneer de echte jazzcats met Thomas Koenig op tenorsax en Nicolas Algans op trompet hun improvisatorische duivels mochten loslaten, kreeg je weer de frisse avontuurlijke swingfeel die ons de vorige keer zo kon bekoren.
Wanneer het quintet het bisnummer inzette, dacht ik meteen aan het slot van de vorige keer. De band ging toen in op het permanente genante verzoek en begon ‘Petite Fleur’ van Sidney Bechet te spelen, waarop een bejaard echtpaar prompt rechtstond en voor het podium romantisch begon te slowen. “Dat was de openingsdans van hun trouw” applaudisseerde madam Troela toen triomfantelijk.